Dit weekend was het mijn eerste Brucosport congres. Thema dit jaar was het “sportersbekken”. Met sprekers zoals Prof. Peers en Prof. Belmans (UZLeuven), Prof.Witvrouw (UGent) en enkele andere “grote” namen uit de Belgische sportgeneeskunde, leek mij dit wel een interessante manier om de zaterdag door te komen. Later deze week ga ik proberen nog wat dieper in te gaan op bepaalde thema’s van het congres.
Brucosport is duidelijk een congres dat gericht is op de arts. Dit leidt je niet alleen af van de aangename locatie (Brugs concertgebouw) en aanwezigheid van verschillende bedrijven (van Gymna tot de Biocondyl-verkopers van deze wereld). Zoiets valt natuurlijk nog het meest op door de thema’s en voornamelijk hoe men die benaderd. Artsen kijken heel fel naar anatomie en naar afwijkingen van die anatomie. Iets heeft een klinisch beeld, je doet testen en je koppelt de resultaten van de twee aan een -ose, een -itis, een herniatie, een… . Als kinesist kijken we soms meer naar (het verlies van) functie en effect op participatie. Wat maakt dat we de patiënt soms eerder een omschrijving dan een “diagnose” geven als hij vraagt “wat er nu echt met hem aan de hand is”. En geef toe, voor de patiënt lijkt een “chondromalacie” toch veel meer zeggend dan “instabiliteit van het onderste kwadrant met patellofemorale klachten”. Of een medische term als chondromalacie effectief meer zegt dan de kinesitherapeutische omschrijving laat ik nu even in het midden.
Maar ik heb er wel veel respect en bewondering voor. We kijken met een andere bril naar hetzelfde probleem en de meerwaarde die je krijgt door eens die andere bril op te zetten is enorm.
Dus volgende keer ziet men mij weer!